zondag 27 april 2008

de geur van nat haar IV - de fetisj

-- we gaan gewoon door...



"de fetisj" - I.8.


wat voorafging: by viona aan zee in een villa is een huisdokter vitalski komen vertellen dat hy met zyn blaasontsteking best zo vlug mogelyk naar de spoed kan...



8.
Wat maakte ik weer mee? Echt waar, lezers: hoe kon zulks toch aldoor zomaar plaatshebben? Ik bleef het mij afvragen: waarom geschiedde mijn lot, zoals het nu dus ook vandaag weer in elkander zat? Een marteling, in de van mirre zwangere ochtendschemer…
Ze droegen mij naar omlaag alsof ik reeds dood was. Bij het zwembad legden zij me neer. Nog eventjes, - alle problemen zouden nu worden opgelost. Viona zou rijden. Maar die ging eerst wat anders aantrekken, waarom ook niet. Waarom Renilde niet wilde rijden, begreep ik amper - ze had wellicht een afspraak, wist ik veel, - iets met die minnaar van d’r, over wie ze niet meer ophield… Erg voor De Vilvis, want die zat de laatste tijd ook achter haar aan...
“Komaan, Talski. Nog vijf minuutjes. Vroeger waart gij stoerder, vind ik – toen deed uw snavel overuren!”
“Daarjuist in de badkamer was hij anders spraakzaam genoeg...”
“Hij kijkt zijn twee oogbollen weer uit zijn kassen!”
“Daar zou ik iets voor over hebben: te mogen bekijken wat daarin omgaat, - in die zijn vreemde kopje!”
“Tja, - nogal simpel, ben ik bang. Zo goed ken ik hem wel! Hij is een puber gebleven…”
“Als hij zulke gepijnigde grimassen trekt, ziet hij er vanzelf ook een beetje grappig uit.”
“En als hij gewoon kijkt, dan lijkt hij eerder droevig!”
“Ik ben veel gelukkiger dan vroeger,” zo opperde ik dapper. “Gelukkiger dan ooit.”
“Ginette was uw droevigste periode…”
“En die met u, Renilde! Die telde voor tien! Dat gedoe, - en die dreigementen van uw agressieve vriend, - goed, ik…, – ach, kom mij naar Engeland, naar Rusland, Sint-Petersburg wegblazen… Ik zal hem dus nooit meer ter sprake brengen…”
De Morrie – tragische vent…
“Goddomme,” zo riep ik veel later pas uit. “Waar lig ik, - waar blijft die verdomde Viona??”
Ik popelde van vervreemding.
Geen drugs, - en vooral geen drank meer nu!
En geen jointjes meer, ooit nog! Het was zeker genoeg geweest…
Op haar blote voeten begaf Katja, die eerder op tafel had gezeten, zich naar het zwembad. “Om ter vlugst naar de verre overkant?”
Een vlugge beweging, daarmee trok zij, zo zag ik, die gekke, ivoorkleurige diadeem welke zij droeg, uit haar brede kapsel, hetwelk hierna vruchtbaar en goed wild in golven langs haar fragiele, okergekleurde schouders viel. De diadeem zelf legde zij op een rieten vensterbank. Zij trapte haar plastieken sandalen uit, knoopte haar ceintuur open. Zij stroopte haar dansende rokje naar omlaag, net zolang tot dit kledingstuk op de plankenvloer viel.
De meer withuidige Renilde volgde haar voorbeeld.
En in plaats van zich omzichtig langs de touwladders het water in te laten schuiven, sprongen ze gelijktijdig, met een galmend plonsen, het op voorhand reeds onvergetelijke zwembad weer in. Dat werd overdekt met oranje stoomnevels, sprookjesachtig…
“Komaan,” zeiden ze tezamen in mijn richting, eenmaal weer boven. “Kom vlug een keer het water in!!…”
Zo onderschatten zijn mijn ellende - op het verbijsterende af…
Zij begrepen dit écht niet – “Ik sterf, okay??” Was er dan niemand die het inzag…

Geen opmerkingen: