woensdag 29 juli 2015

ingezonden kortverhaal,- door victor glorieux

jonathan druyts is op zoek naar zyn geliefde. heden rydt hy evenwel door de uitgestrekte velden van noord-syrië: met aan de trekhaak van zyn land-rover niets minder dan een levende mens...





dus zover was het al gekomen met hem. hoelang had 'ie geslapen? daar hadden we geen idee van. maar: vast geen zeven jaar. dus nog maar nét was onze held in het verre land syrië gearriveerd, of hier reed hy nu al, zo koortsachtig door de eindeloze steppen: met dit soort van vehikel, een militair aandoende land-rover, en wel aan een totààl krankzinnige snelheid.
    toen hy nog een tiener was, namelyk op internaat (in oostkamp, dit voor de biografen), toen was jonathan druyts, wat zyn leeshonger betrof, een groot liefhebber van een genre dat werd geheten de "road novel", met "on the road" van jack kerouac op kop: oneindig doorscheuren zonder waarachtige bestemming, als een komeet langs de amerikaanse prairie, gedreven door zuiver vrydom - toen dacht hy nog:"wat doe ik in vlaanderen? na iédere halve bocht een grootwarenhuis, na iedere hoek een rood licht?" en nu was hy er tweeëndertig (de leeftyd van jezus christus) en zyn verlangen werd, zag hy in, bewaarheid: overal waar hy tuurde, een weidse horizon; geen enkele verplichting, niemand wist waar hy was; nu reed hy zelfs honderd-zeventig per uur...
    doch inderdaad, jullie raadden het al: de parabel liep mank. hy zag geen vyanden meer, "ontsnapt" als hy was, lyk het ware - maar: aan zyn enkelvoudige trekhaak, achteraan zyn mobiel, daar had jonathan wél nog steeds, zoals jullie weten, die enkele, beklagenswaardige volwassen kerel hangen, een kerel van vlees en bloed. en dààrom reed jonathan uds zo vlug: om aan die mens te ontkomen. wat, zo wist hy wel, onzinnig was. want hoe snel hy zich ook voortbewoog, dat mensenpakket (ja, dat was het: een "mensenpakket"), dat zou natuurlyk aan juist datzelfde tempo, obstinaat achter hem aan blyven reizen, eender naar links of naar rechts. en toch vluchtte jonathan maar voort...
    "misschien," dacht jonathan hardop, "misschien hoop ik erop, die verdomde kerel per ongeluk langs een boomwortel te bewegen, dewelke hem dan van die trekhaak af zou snokken." maar, dacht hy voort: wat als lemarc dan gelyk had? ja, wat als het klopte: wat als je in syrië inderdààd verdacht overkwam - als je géén lyk aan je trekhaak had bungelen?
    twee uurs, drie uurs, viér uurs lang reed onze held onverminderd rechtdoor. maar dan hield hy toch halt, mede doordat zyn benzine dreigde op te geraken. hy gooide het portier open, gereed om te gaan kyken wat 'ie had aangericht...

Geen opmerkingen: