woensdag 15 november 2017

column streekkrant editie antwerpen

ben ik er dan zo hard meê bezig? neen, dat nu ook weêr niet; ik moet wel gewoon iedere week die gazet zien vol te krygen, hé mensen...

GEEN BART DE PAUW


De heisa rond Bart De Pauw is een nationaal gegeven, terwijl ik in Deze Week uiteraard bij voorkeur regionale thema’s aansnijd. Maar dit volgende hier gaat eigenlijk over mijzelf, en omdat ik een getogen Antwerpenaar ben, staat het hier toch op zijn plaats.

Zonder mij over de zaak te willen uitspreken, waar ik immers te weinig over weet, moet ik jullie zeggen dat ik er toch letterlijk van wakker lig. En dat komt omdat ze allerlei afgrijselijke herinneringen in mij naar boven woelt. Precies tien jaar geleden werd ik er, bij monde van een zeker fotomodel genaamd Joyce Van Nimmen, in letterlijk àlle media van het land van beschuldigd, dat ik haar zou hebben aangerand. Een breed halfjaar later kwam ze daar, ook in het openbaar, volledig op terug: eigenlijk had ik haar niét aangerand, zo gaf ze toe, maar omdat ik haar beledigd had in een column, had ze wraak op mij willen nemen. Want dat is een macht die vrouwen ook hebben.

Die bekentenis kwam te laat. In alle denkbare media, zelfs in een quizvraag van Trivial Pursuit, was ik intussen veroordeeld als groot nationaal volksverkrachter. Bioloog Dirk Draulans schreef in Knack zelfs letterlijk dat hij kon bewijzen dat ik een aanrander was. Dus van de ene dag op de andere was ik al mijn jobs kwijt. Ik speelde toen mee in diverse televisieprogramma’s; Morgen Beter, De Tabel Van Mendeljev, De Grootste Belg, noem maar op. Maar Ben Crabé belde mij op:“We weten wel dat je een goeie jongen bent, Vital, maar voor onze kijkers is dit te raar.” Dus tot zover de ethische commissie van de VRT. Als ik in de Delhaize een pakje boter ging halen, kreeg ik een stomp in mijn armen:“Laat onze meisjes met rust!!” In diverse cafés en restaurants mocht ik letterlijk niet meer binnen. Mijn zalen liepen leeg.


Ik heb nooit ongewenste pornografische sms’jes naar iemand verstuurd, dus ik ben écht onschuldig, maar los daarvan mag ik zeggen dat ik één van de zéér weinige mensen ben die zich kunnen inbeelden hoe Bart De Pauw zich voelt vandaag. Dus misschien mag ik hem ook troosten. Per duizend vrienden die je laten vallen, is er één die je toch blijft steunen. En die zal je redding zijn. Die zal je tonen dat al die roem en rijkdom en macht niet nodig zijn. Hij zou zich, net zoals ik, de rest van zijn dagen kunnen bezighouden met het schrijven van gedichtjes. Da’s een zeer behaaglijke bezigheid.

Geen opmerkingen: