zondag 7 januari 2018

column streekkrant editie antwerpen

PRINS DIAMANT

De rijkste Antwerpenaar die ooit bestaan heeft, is wellicht de diamantair Louis Coetermans. De man werd geboren in 1855. Op veertienjarige leeftijd verhuisde Louis mee naar Antwerpen, en daar begon zijn vader een waarachtige diamantslijperij. Reeds in die tijd waren België en bij uitstek Antwerpen vermaard om hun diamantindustrie. Toen Louis dertig werd, stierf zijn vader, en nam Louis de zaak over. Hij putte erg veel voordeel uit zijn uitstekende verstandhouding met de Duitse keizer, Wilhelm II. 

We vergeten soms dat Duitsland voor de Eerste Wereldoorlog behoorlijk wat weelderige koloniën bezat. Hun grootste winst-explosie deed zich voor in 1908, toen, in Duits Zuid-West-Afrika, een spoorwegarbeider per toeval op een fenomenale diamantmijn stuitte. Dit veroorzaakte de grootste diamanttoeloop aller tijden. En wat zo leuk was voor de Antwerpse Coetermans: de keizer vertrouwde aan hem het bestuur van deze rijkdom toe; de ontginning, het transport (naar veelal Antwerpse slijperijen), de bewerking, de export en de verkoop van het diamant. Coetermans werd een tycoon, en kreeg van de Antwerpse bevolking de spontane bijnaam “Prins Diamant”. De Sinjoren kenden hem goed, want hij liet van zich horen. Waar nu de Britselei is, liet hij voor zichzelf een waarachtig paleis bouwen. Maar hij stichtte ook scholen en weeshuizen, hij doneerde aan armenzorg, hij liet huizen bouwen voor daklozen. Voortdurend organiseerde hij feesten waar wel het kruim van ’s wereld miljonairs defileerde, en mensen als Leopold II en de Prins Van Monaco, maar waar ook het plebs kon meevieren. Zelfs in 1917, in volle oorlogstijd, richtte hij een feest in waar iedere Antwerpenaar welkom was, in circussen, cabaretzalen en pannenkoekenkramen. 

 Met die wereldoorlog was hij overigens nauw verbonden. Zijn rijkdom, en zijn exclusieve relaties met de Duitse keizer, waren voor de familie Rothschild en de zijnen, gecentreerd in Londen, een ondraaglijke doorn in het oog. WOI was geen conflict tussen naties, maar tussen zakenlui. Na de oorlog mochten de Duitsers hun kolonies dan ook meteen allemaal afgeven - en ook Coetermans werd helemaal “kaltgestellt”. Hij werd niet alleen schaakmat gezet, meteen na zijn dood in 1925 werden ook alle mogelijke sporen naar zijn naam helemaal weggewist. Hij was de belangrijkste Antwerpenaar ooit - maar geen enkele straat verwijst nog naar zijn naam. Daarom geef ik zondag 28 januari alvast een lezing over Coetermans, met name in de Vlaamse Opera.


Geen opmerkingen: