zondag 18 februari 2018

column streekkrant editie antwerpen

DE KERK IN HET MIDDEN

Myn schoonvader is een zeer galante man. In de Zwyndrechtse straat waar hy woont, zyn er twéé beenhouwers; de ene staat er al sinds jaar en dag, de andere is er een paar jaar geleden bygekomen. Als mens van zyn wereld, was hy reeds levenslang trouwe klant van die eerste beenhouwer - maar: ergens had hy met die andere beenhouwer wel compassie; een jonge kerel met goeie bedoelingen, maar met weinig cliënteel. Op een onverwachte dag was die aloude, getrouwe beenhouwery gesloten, en kon myn schoonvader, tot zyn opluchting, ook eens een keertje gaan kopen by die nieuwkomer. Maar sindsdien heeft die mens voor hem een gezicht gekregen, en kan hy hem ook niet meer links laten liggen. De oplossing is eenvoudig: myn schoonvader gaat nu, zeer netjes verdeeld, naar de béide beenhouwers; in het begin van de week naar die van vroeger, op het eind van de week naar die nieuwkomer. Iedereen tevreden. Gentlemanship. 

Lange tyd heb ik dit soort overdreven gevoelige houdingen weggelachen. "We leven in een vrye markt!" zo was myn redenering. "We gaan en staan waar wy willen!" Alleen, zeer lang geleden, tegenover Luc Huybrechts, de voormalige eigenaar van Café De Nieuwe Linde, koesterde ik soms ook wel van die overspannen bygedachten. Ik woonde ooit vlak nààst dat café, zodat ik er quasi dagelyks aan de toog hing. Telkens wanneer ik er, op straat dan, voorby kwam gewandeld, maakte hy enthousiaste zwaaibewegingen met zyn arm - "Kom binnen, Vitalski!" Ik werd er dan ook aldoor joviaal getrakteerd. Dus inderdaad: als ik 's avonds soms naar een ànder café wilde, dan maakte ik meestal een omweg, om die compromitterende invitaties aan de gigantische ramen van De Nieuwe Linde te vermyden. 

Maar: dat was in de jaren negentig, toen was ik nog een snotaap. Myn ziel is verhard. En toch. Sinds ik op het Noord woon, ga ik iedere avond laat, by een Pakistaanse nachtwinkel langs, voor myn dagelykse portie cola (ik werk 's nachts, en met die cola blyf ik goed wakker.) Het is een waarachtig ritueel, zonder jas aan, door weêr en wind de straat over steken. "Hello, my friend, how are you? You want cola?" Als ik myn geld ben vergeten, hoef ik er niet eens te betalen. Maar sinds een maand of twee, is er een nieuwe pita-bar gearriveerd, die nog dichter by myn huis staat, die ook 's nachts open is. Al vanaf die allereerste dag wil ik doodgraag ook dààr eens binnen lopen voor myn drank! Maar: ik durf het gewoonweg niet, ik kan het niet maken tegenover die Pakistaan...


Geen opmerkingen: